N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Buck Meek Op zijn derde solo-album is opnieuw de liefde voor country en folk te horen van Buck Meek, gitarist van indierockband Big Thief. „Big Thief voelt soms als acteren. Als solist toon ik mijn kwetsbare kant.”
In de rockwereld is hij een buitenbeentje. Zijn gitaar draagt hij hoog op de borst. Stoere machoposes zijn hem vreemd. Buck Meek, gitarist bij indierockband Big Thief, speelde eigenlijk nog helemaal geen rockgitaar toen hij medebandleden Adrianne Lenker, James Krivchenia en Max Oleartchik leerde kennen op het Berklee College of Music in Boston.
„Ik kom uit Texas en mijn achtergrond ligt bij manouche jazz: Django Reinhardt, western swing, oude jazz uit New Orleans. Ik ging naar Berklee om jazz te studeren, maar knapte al snel af op de onderlinge competitie die daar heerste. Wie is de beste, wie speelt het snelst? Alsof het een sport is. Als jazzmikant in Texas speel je op in kroegen en op dansfeesten. Daar is jazz entertainment. Maar studeren aan Berklee was zo intens dat ik de jazz voor gezien hield. Ik begon songs te schrijven, om mijn identiteit als muzikant te vinden.”
Buck Meek ontmoette Adrianne Lenker en begon met haar te spelen en componeren. Ze werden verliefd op elkaar, begonnen Big Thief, trouwden met elkaar – het huwelijk duurde van 2014 tot 2018 – en zijn als goede vrienden nog altijd de creatieve kern van de band die in 2022 met Dragon New Warm Mountain I Believe In You een van de beste indieplaten van het jaar maakte. Daarnaast brengt Meek soloplaten uit: na Buck Meek (2018) en Two Saviours (2020) is er nu Haunted Mountain waaruit zijn liefde voor country en folk is te horen. „Mijn voorbeelden in het songschrijversvak waren de zogenaamde outlaws in de countrymuziek: Townes van Zandt, John Prine, Blaze Foley, Guy Clark, Emmylou Harris.”
Het is vreemd, stelt Meek vast: in Texas had hij nog nooit country gespeeld. „Pas toen ik naar New York City verhuisde begon ik te verlangen naar de countrymuziek uit het zuiden van de VS. De songs die ik schreef kregen automatisch een country-accent.”
Vijf van de twaalf songs op Haunted Mountain schreef hij met singersongwriter Jolie Holland, een zangeres die hij bewondert. „Haar voornaamste bron van inspiratie is eerbied voor de natuur en de rijkdom die dit ons geeft. De song ‘Haunted Mountain’ gaat over de wisselwerking tussen mens en natuur die er zou moeten zijn, in plaats van de eindeloze exploitatie van natuurlijke bronnen. Het nummer gaat over Mount Shashta in Noord-Californië waar mijn vader gewoond heeft. Hij ontsnapte aan de dienstplicht omdat hij net iets de jong was, terwijl zijn broers wél moesten vechten in Vietnam. Hij baalde zo van de politieke situatie dat hij als een soort kluizenaar hoog op de berg ging wonen. Hij werd houtbewerker en zwoer dat hij nooit een kind zou krijgen, zo rot vond hij de wereld. Een confrontatie met een buck (hert) op de berghelling leidde tot een openbaring. Een week later ontmoette hij mijn moeder. Toen ik werd geboren noemden ze mij Buck. Mijn leven lang heb ik me aangetrokken gevoeld tot bergen, hoewel ze me soms ook duizelig maken.”
Zingen zat hem in het bloed. Onwillekeurig kwam daar een element van jodelen bij, zoals nu nog te horen is in zijn song ‘Secret Side’. „Alle cowboys uit mijn jeugd konden jodelen. Jimmy Rodgers was het grote voorbeeld. Bij mij komt die snik in m’n stem er zo natuurlijk uit dat mijn bandleden me wel eens lieten weten dat ik nu wel genoeg gejodeld had. Sommige vocalen moesten opnieuw, om die reden. Ik kan het gewoon niet helpen.”
Als solist toont hij het liefst zijn kwetsbare kant, zegt Meek. „Bij Big Thief kan ik allerlei stijlen en sounds kwijt in mijn gitaarspel. Soms voelt het als acteren. Ik kan verschillende persoonlijkheden aannemen, terwijl ik in mijn solomateriaal wil laten zien wie ik echt ben. Bij Big Thief speelt altijd het theatrale element een rol. Als een song vraagt om harde en snerpende klanken zoek ik manieren om die uit mijn gitaar te wringen.”
Een gitaarheld voelt hij zich allerminst. „Adam Brisbin, die speelt in mijn band, is mijn favoriete gitarist op de hele wereld.” Hij is trots op zijn band. „Mat Davidson speelt pedal steelgitaar, Austin Vaugh is de drummer. Bassist Ken Woodward kwam er als laatste bij en mijn jongere broer Dylan speelt toetsen. We groeiden samen op terwijl we onze instrumenten leerden spelen. Hij piano, ik gitaar. Mijn kleine broertje studeerde jazz. Hij is nu een veel betere muzikant dan ik.”
Over Dylan gesproken: Buck Meek was een van de gemaskerde bandleden in de band die Bob Dylan begeleidde bij de livestream Shadow Kingdom in 2021. In een café-achtig decor speelden ze nieuwe versies van klassiekers als ‘Tombstone Blues’ en ‘When I Paint My Masterpiece’. Hoe was het om met de toen 80-jarige Bob Dylan te spelen? Buck Meek buigt zich naar me toe en fluistert: „Het is mij verboden om over die sessies te praten. Bob heeft een enorm gespierde, bijzonder intimiderende lijfwacht die mij zal weten te vinden als ik spreek over Shadow Kingdom, zo werd mij verteld.” Hij lacht. „Eigenlijk heb ik er nu al te veel over gezegd. Zonder het over Dylan persoonlijk te hebben kan ik je wel vertellen dat de songs die we speelden ongekend belangrijk zijn geweest bij mijn muzikale vorming. Veel van deze nummers kende ik al vanaf mijn zesde. . Het voelde alsof we met een stel vrienden waren samengekomen om onze favoriete muziek te spelen.”
Haunted Mountain verschijnt 25/8 op 4AD/Beggars. Concerten: 3/9 festival Into The Great Wide Open, Vlieland; 5/9 Tolhuistuin, Amsterdam.
Het is een turbulente zomer voor Internationaal Theater Amsterdam (ITA). Na de verschijning van meerdere onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag verbrak het theatergezelschap op 21 augustus de banden met sterregisseur Ivo van Hove. Onder Van Hove’s leiding (2001-2023) ontstond bij het gezelschap een doofpot- en angstcultuur, zo bleek uit verschillende onderzoeken.
ITA verkeert daarnaast financieel in zwaar weer. Het theatergezelschap tekende over 2023 een exploitatietekort op van iets meer dan 3 miljoen euro.
De uitgaven liepen vorig jaar op tot 29,1 miljoen euro. De inkomsten bedroegen 26,1 miljoen, waarvan ruim 20 miljoen euro subsidie van de gemeente Amsterdam en het Rijk. Ook voor 2024, zo blijkt uit onderzoek van NRC, begroot ITA een exploitatietekort: van 513.000 euro.
Lees ook
ITA tolereerde grensoverschrijdend gedrag voor grensverleggend toneel. ‘Onze branche is verrot van binnen’
ITA leed vaker verliezen, van tussen de vijf en zes ton, maar nog nooit was het exploitatietekort zo groot. De algemene reserve – een buffer voor financiële tegenvallers – is vorig jaar gedaald van 2,7 miljoen naar 1,1 miljoen euro. De „minimale ondergrens” van de reserve werd in 2019 in een interne risicoanalyse in bezit van NRC, door de directie vastgesteld op 1,4 miljoen. Met een buffer van die omvang kon ITA, zo becijferde voormalig zakelijk directeur Margreet Wieringa, drie maanden lang salarissen uitbetalen en calamiteiten het hoofd bieden. Denise de Boer, de huidige zakelijk directeur van ITA, gaat uit van een „gewenste” reserve van 2 miljoen. Zij wil die de komende jaren weer opbouwen, zegt zij tegen NRC, zodat ITA weer in „de groene cijfers” komt.
Altijd X-Large
De vraag is hoe? En ook: hoe zijn de tekorten bij ITA te verklaren? Bovendien kijkt ITA aan tegen een verlaging van de rijkssubsidie met 1,8 miljoen euro in de periode 2025-2028: wat voor weerslag gaat dat hebben?
NRC onderzocht deze vragen en sprak daarvoor een kleine dertig betrokkenen binnen en buiten ITA. Ook had NRC beschikking over vertrouwelijke grootboekrekeningen (waar alle uitgaven per post staan opgeschreven), en andere interne stukken.
Voor een deel, zo blijkt, hangen de tekorten samen met de productiekosten van voorstellingen. Bij ITA worden voorstellingen ingedeeld in de categorieën ‘Large’, ‘Medium’ of ‘Small’. Maar de voorstellingen die regisseur Ivo van Hove’s maakt, zijn volgens (oud-)medewerkers altijd ‘Extra Large’.
Zo kost het decor van Van Hove’s ‘X-Large’-productie Age of Rage (2021) volgens een interne productiebegroting 300.000 euro. Het decor voor De Uren (2021) – een ‘Large’-voorstelling van artistiek directeur Eline Arbo – kostte 150.000 euro. Normaal kosten decors voor grote zaal-producties rond de 70.000 euro, voor materiaal en personeel, zo zeggen een producent, decorbouwer en een regisseur die internationale producties doet.
Bij ITA hecht scenograaf Jan Versweyveld, tevens levenspartner van regisseur Ivo van Hove, eraan dat alles „zo dicht als kan de realiteit raakt”, zegt een oud-medewerker. „Echt marmer in een tafel, keuken met werkend fornuis, kraan met stromend water.” De voorstellingen bij ITA zijn daarnaast in toenemende mate „supergeavanceerd”, aldus een technisch medewerker: camera’s, filmschermen, beamers, complexe licht- en geluidssystemen.
Aan dat perfectionisme hangt een prijskaartje. Volgens grootboekrekeningen wordt in 2021 aan zes nieuwe decors (incl. rekwisieten, geluid, licht, video, video-registratie en kostuums) 1,12 miljoen euro uitgegeven.
Tegenover die hoge productiekosten staan hoge opbrengsten. Van Hoves voorstellingen zijn meestal uitverkocht en worden vaak jarenlang hernomen. In topjaar 2019 verdient ITA meer dan 5,5 miljoen euro met kaartverkoop in Nederland en het buitenland, blijkt uit het jaarverslag. In 2023 geeft ITA weliswaar minder uit aan de decors dan in 2021: bijna 800.000 euro voor zes producties. Maar de inkomsten uit kaartverkoop dalen ook: naar bijna 3 miljoen euro. De directie wijt dit aan een „na-ijlend corona-effect”.
Extra personeel ingehuurd
Volgens zakelijk directeur Denise de Boer is het exploitatietekort van ruim 3 miljoen euro over 2023 terug te voeren op inflatie en extra onderhoudskosten aan de stadsschouwburg, waar ITA is gevestigd. Zo wordt een nieuwe trekkenwand (theatertechnische hijsinstallatie) in 2023 deels afgeschreven voor 440.000 euro en stijgt de gas- en elektriciteitsrekening met 500.000 euro naar 770.000 euro. Daar staat tegenover dat er in 2023 een BTW-meevaller is van 227.000 euro en dat de subsidie dat jaar met 1,3 miljoen euro inflatiecompensatie groeit naar ruim 20 miljoen euro. Maar volgens De Boer is die compensatie onvoldoende.
De grootboekrekeningen laten zien waar ITA ook veel geld aan uitgeeft. De grootste posten betreffen die van externe inhuur. Oud-zakelijk directeur Margreet Wieringa meldt zich in juni 2022 ziek. Via cultureel adviesbureau Blueyard wordt een interim financieel manager ingehuurd. Bij de afdeling Financiën werkt een interim-hoofd van Deloitte. In totaal wordt in 2023 940.000 euro aan extern kantoorpersoneel uitgegeven (in 2021 is dat 348.000, in 2022 534.000). Verder wordt de begroting voor extra inhuur van technici met een ton overschreden.
De Boer legt uit: „Die inhuur heeft ons inderdaad pijn en moeite gekost. Wij moesten vacatures ad interim invullen en langdurige zieken vervangen.” In tien jaar tijd vertrokken, zo blijkt uit onderzoek van NRC, bij ITA zeven hoofden Financiën. De Boer, gevraagd naar de oorzaak van het grote verloop: „Vacatures op het gebied van financiën zijn lastig in te vullen, omdat je concurreert met andere sectoren waar mensen doorgaans meer kunnen verdienen.”
Kosten voor adviseurs
Een andere opmerkelijke post betreft ‘Adviezen’. Aan ‘adviezen’ geeft ITA in 2023 ruim 370.000 euro uit (in 2022 bijna 150.000, in 2021 112.000 euro). In de grootboekrekening wordt dat bedrag verklaard met: „hogere juridische kosten en interne onderzoeken veiligheid”.
Een eerste onderzoek dat jaar wordt gedaan naar een acteur die zich volgens ITA aan „verbaal grensoverschrijdend gedrag” schuldig maakt tijdens het Adelaide Theater Festival in maart 2023. Een tweede onderzoek wordt in de laatste drie maanden van 2023 gedaan naar meldingen van fysiek en mentaal geweld door actrice Hélène Devos. Voor de zaak met Devos huurt ITA ook een advocaat in.
Volgens De Boer bestaat een kwart van het adviesbedrag uit advocatenkosten en interne onderzoeken. De rest (circa 270.000 euro) gaat volgens haar op aan kosten voor „adviseurs op het gebied van sociale veiligheid, diversiteit en inclusie, het verbeteren van werkprocessen en digitale strategie”. „Wij zijn een organisatie in transitie”, zegt zij.
Vijf directeuren
Ivo van Hove vertrekt in september 2023 als artistiek directeur, maar wordt het hele jaar volledig doorbetaald als voormalig directeur. Ook zakelijk directeur Margreet Wieringa, opgestapt in maart 2023, krijgt dat hele jaar doorbetaald. Daarnaast krijgt zij een vertrekvergoeding van bijna 63.000 euro. Doordat ook artistiek directeur Eline Arbo vier en zakelijk directeur Denise de Boer drie maanden in dienst zijn in 2023, betaalt ITA een tijdlang vijf directiesalarissen tegelijk. Die salariskosten lopen op tot 555.000 euro (inclusief een vertrekregeling voor Wiersma van 50.000 euro) in 2023.
Ter vergelijking: het laatste ‘normale’ directiejaar in 2021 – met drie directeuren het hele jaar in dienst – kost ITA iets meer dan 400.000 euro.
De Boer: „Onze hogere lasten zijn tijdelijk geweest. Sinds ik er ben zijn die lasten verminderd.”
Of Van Hove en diens partner Jan Versweyveld ook in 2024 nog in dienst zijn bij ITA wil De Boer niet zeggen. „De vorige Raad van Toezicht [die met Van Hove, afgelopen augustus aftrad, red.] vond het van belang dat Van Hove aanbleef. Net als mijn voorganger Margreet Wieringa heeft Van Hove bepaalde rechten opgebouwd die met de cao samenhangen.” Volgens de cao podiumkunsten heeft Van Hove, met een dienstverband van 23 jaar, recht op drie maanden doorbetaling van zijn salaris na ontbinding van zijn contact.
Er is vorig jaar nog een „ontslag-/transitievergoeding” betaald van ruim 56.000 euro. Volgens De Boer heeft die post betrekking op meerdere medewerkers, zoals (tijdelijke) contractanten, met recht op een vergoeding.
Boete Eline Arbo
Dan is er in 2023 nog een uitzonderlijke post. In september 2023 volgt Eline Arbo Van Hove onverwacht op als artistiek directeur. Arbo heeft voor dat najaar nog een regieklus lopen bij Het Nationale Theater in Den Haag: Melancholia. Het decor is al gebouwd, acteurs zijn ingehuurd, voorstellingen verkocht. Maar Melancholia moet worden afgelast. Als vergoeding krijgt Het Nationale Theater 60.000 euro. HNT bevestigt dit. De post wordt bij ITA geboekt onder het kopje ‘Bestuurskosten’ – met als uitleg „boete Eline Arbo”. „Dat geld was een collegiaal gebaar van ons”, verklaart De Boer, „omdat HNT al kosten had gemaakt.”
Gevraagd om een reactie schrijft Arbo: „Met de Raad van Toezicht is besloten mijn buitenlandse verplichtingen te laten staan en mijn verplichtingen in Nederland af te zeggen, omdat die zich moeilijk verhielden ten opzichte van het directeurschap bij ITA.”
Ook rode cijfers in 2025
Te verwachten valt dat ITA in 2024 meer dan de 370.000 euro van 2023 aan ‘Adviezen’ (onderzoeken naar veiligheid en juridische kosten) zal uitgeven. Want Bureau Verinorm heeft in 2024 in ieder geval zeven maanden lang met een team een breed onderzoek gedaan naar sociale veiligheid. En vanaf september tot en met november, zo blijkt uit een interne planning, komen consultants en coaches van Bureau Berenschot en Spirit of the Age in de schouwburg langs voor ‘dialoogtafels’, feedback- en leiderschapstrainingen.
In 2024 schakelt de directie opnieuw advocaten in: voor het vertrek „in overleg” van een jonge ITA-acteur (naam bij NRC bekend) en voor de afwikkeling van de zaak-Devos die nog steeds sleept. Verder werd lobbykantoor &FLUENCE in de arm genomen om gedaan te krijgen dat de minister het negatieve advies van de Raad voor Cultuur niet over zou nemen. (zie kader)
Wat de kosten daarvan zijn, wil de directie niet zeggen. „We zijn aan het doorberekenen hoe we die geadviseerde subsidiekorting gaan opvangen”, zegt De Boer. Voor dit jaar is ruim een half miljoen verlies ingecalculeerd, maar volgens haar loopt het jaar „beter dan begroot”. Maar uit de rode cijfers raakt ITA nog niet, ook niet in 2025.
‘Mijn aanstelling is een eer én een grote verantwoordelijkheid”, zegt Frank Veenstra (1965), de nieuwe programmeur van de NTR ZaterdagMatinee. Sinds maart 2023, na het plotselinge vertrek van zijn voorganger Kees Vlaardingerbroek, vervulde Veenstra de functie al ad interim: „Gaandeweg raakte ik dusdanig enthousiast dat ik dacht: ik ga solliciteren.” Per 1 september is hij officieel aangetreden.
„Een beetje apart” was het wel, geeft Veenstra toe, om sollicitatiegesprekken te voeren met de mensen met wie je al een jaar nauw samenwerkt. „Maar een zorgvuldige procedure past bij deze tijd, en bij hoe de NTR met deze dingen omgaat. Het was ook verrijkend om elkaar even de nieren te proeven: waar staan we voor? Er leeft een enorme betrokkenheid bij de legacy en de taak van de Matinee. En zo voel ik het ook.”
De NTR ZaterdagMatinee, die elke zaterdag live vanuit het Concertgebouw in Amsterdam wordt uitgezonden op NPO Klassiek, geldt als een van toonaangevendste klassieke concertseries van het land. Veenstra’s voorgangers zaten allen lang op hun post: in het 64ste seizoen van de Matinee is Veenstra pas de vijfde programmeur.
Kees Vlaardingerbroek, aangetreden in 2006 als opvolger van Jan Zek-veld, diende vorig jaar maart abrupt zijn ontslag in. In een reactie noemde Vlaardingerbroek als beweegreden dat vanaf het huidige seizoen structureel bezuinigd zou moeten worden: „Onder die voorwaarden wil ik niet meer verantwoordelijk zijn voor de serie.”
Makira Mual, hoofdredacteur Klassieke Muziek en Dans bij de NTR laat weten dat dat niet klopt: er is niet bezuinigd op de Matinee. Integendeel: het programmabudget is juist toegenomen, zegt zij.
Vlaardingerbroeks vertrek zorgde voor opschudding in de klassieke wereld. Een inmiddels ingetrokken artikel van het Cultureel Persbureau bracht het ontslag in verband met Vlaardingerbroeks politieke opvattingen: in opiniestukken, onder meer voor NRC, richtte hij zijn pijlen op ‘identiteitspolitiek’ in de kunsten, en op sociale media steunde hij de uitingen van zijn dochter, de radicaal-rechtse influencer Eva Vlaardingerbroek. Tegen NRC noemde Kees Vlaardingerbroek de suggestie dat zijn politieke opvattingen meespeelden bij zijn vertrek speculatief: „Mij is daarover in elk geval nooit iets gezegd.” Ook de NTR ontkende het verband.
Frank Veenstra heeft niets te zeggen over het incident, maar is wel van plan minder lang aan te blijven dan zijn voorganger. „De omloopsnelheid van mensen in dit soort functies mag hoger, vind ik. Deze tijd vraagt om meer dynamiek. Vijf à acht jaar lijkt me een mooie periode. Achteraf had ik zelf ook eerder moeten weggaan bij Muziekgebouw Eindhoven.” Veenstra was er tot 2021 zestien jaar programmeur en artistiek manager. „Maar in Eindhoven hoort er wel een verhaal bij: ik begon er in een opbouwperiode en had het gevoel dat ik door de jaren nog heen veel kon toevoegen.”
Maatschappelijke betrokkenheid
Behalve de reguliere programmering was Veenstra drijvende kracht achter verschillende Eindhovense muziekfestivals, zoals Tromp Percussion en het Storioni Festival: „Vaak heb je als programmeur een eigen ‘hokje’, bijvoorbeeld ‘pop’ of ‘de kleine zaal’. Maar in Eindhoven kreeg ik de ruimte me met alles bezig te houden. Voor mij was er in Nederland geen betere plek denkbaar – behalve misschien de Matinee.”
Veenstra houdt ervan ontmoetingen tussen uiteenlopende genres te organiseren en denkt intensief na over nieuwe presentatievormen. Hij stond aan de wieg van het rondreizende muziekfestival Cross-linx (2001-2018) , dat makers uit de werelden van klassiek en vooruitstrevende pop samenbracht. Als zelfstandig creatief producent organiseert hij onder meer het genre- en discipline-overstijgende festival Birds- of Paradise in TivoliVredenburg en de rondreizende concertserie Spraakmakers, waarin vertellers en musici samen een verhaal gestalte geven.
‘Cross-over’ worden zulke initiatieven vaak genoemd, maar Veenstra prefereert de term ‘post-genre’: „‘Cross-over’ klinkt een beetje als een Night of the Proms-formule, met een orkest achter een popliedje. Het gaat mij om verschillende invalshoeken op muziek, waarin behalve klassieke ook andere invloeden doorklinken.”
Muzikale én buiten-muzikale invloeden: bij Birds of Paradise krijgen makers niet alleen een podium, maar ook een online ‘Artist Room’, waar ze hun persoonlijke ideeën en hun maatschappelijke betrokkenheid kwijt kunnen. „Het is de next step van wat een festival kan zijn. Het klinkt misschien wat activistisch, maar ik vind het mooi dat er ruimte is om sociale en politieke issues te adresseren.”
Andere genres en culturen
Een voordeel van zijn aanloop als interim is dat Veenstra’s eerste officiële seizoen al deels zijn signatuur draagt: uitgesproken progressief, gericht op „een artistiek en cultureel divers programma” waarin „nadrukkelijk ook de grenzen van de klassieke canon worden opgezocht”, zoals hij verwoordt in de seizoensbrochure. Veenstra: „Het is wezenlijk in onze tijd om ruimte te maken voor andere genres en culturen. Maar ik wil het behoedzaam doen, de erfenis van de Matinee bewaken en ons bestaande publiek en het Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor hierin meenemen.”
Er zijn twee nieuwe deelseries opgezet. In de serie NXT GEN krijgen jonge musici als de Zuid-Afrikaanse cellist en zanger Abel Selaocoe en de Noorse trompettist Tine Thing Helseth een plek, met muziek van onder meer de herontdekte zwarte Amerikaanse componist Florence Price.
Lees ook
dit interview
De serie ZaterdagMatinee x Holland Festival is een nauwe samenwerking met het Holland Festival, waarin het nieuwe project van componist Joël Bons te zien zal zijn. Bons schrijft een vervolg op Nomaden, een stuk dat in 2018 werd bekroond met de prestigieuze Grawemayer Award en waarvoor hij zijn multiculturele Atlas Ensemble zal uitbreiden tot een veertigkoppig Atlas Orkest.
Opvallend is ook de nadrukkelijke aanwezigheid van Noord-Amerikaanse componisten als David Lang, Nico Muhly en Ellen Reid, die in hun werk vaak affiniteit met popmuziek tentoonspreiden. Zelf houdt Veenstra ook van pop: „Ik heb me altijd sterk gemaakt voor goede muziek, het genre maakt me daarbij niet uit. Een brede blik is voor mij heel belangrijk. Oók breder dan alleen de Europese traditie. ”
Veenstra studeerde aan het conservatorium van zijn geboortestad Enschede compositie bij David Rowland en volgde de opleiding tot docent muziek. Ook speelde hij in popbandjes. Tijdens zijn studie muziekwetenschappen in Utrecht specialiseerde hij zich in kunstbeleid en -management. „Ik heb nooit aan carrièreplanning gedaan, en met programmeren was ik helemaal niet bezig, al had ik vaak wel een mening bij concerten – ‘ik had deze artiest nooit op dit tijdstip op dit podium gezet’, bijvoorbeeld. Maar ik heb altijd voor de muziek gekozen, met het idee: ik zie wel waar het me brengt.”
Zelf muziek maken doet hij ook nog steeds. Als zanger en gitarist van de band Aidan’s Well bracht hij verschillende albums uit. „Ik schrijf de liedjes, maar geniet er vooral van om die samen met de band uit te werken. Nu heb ik weinig tijd, maar elke dag ben ik minimaal één minuut bezig met het volgende album.”
Maar dit seizoen draagt ook nog sporen van Veenstra’s voorganger. Zeker opera vergt jaren planning, en Kees Vlaardingerbroek maakte er een Amsterdams speerpunt van om Italiaanse barokopera’s te presenteren. Ook dit seizoen staan dus weer opera’s van Monteverdi, Scarlatti en Vivaldi op de rol, naast een herneming van Otto Kettings legendarische opera Ithaka.
Toch waait er door Veenstra’s brede en diverse blik meteen merkbaar een andere wind bij de ZaterdagMatinee. Het publiek van de Matinee vergrijst, weet Veenstra. Hij verwijst naar recent onderzoek van de Groningse hoogleraren Matthijs Kalmijn en Kène Henkens van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut.
Lees ook
Sterft de klassieke muziekbezoeker uit? Nee, de gouden grijze golf zorgt nog jaren voor publiek
Veenstra: „Hun onderzoek toonde aan dat de klassieke sector veel baat heeft gehad bij de babyboomers: die zijn opgevoed met het idee van de canon, ze blijven langer fit dan voorgaande generaties, hebben meer geld en gedragen zich op later leeftijd anders, door veel uit te gaan. Het verlangen naar diepgang komt vaak op latere leeftijd en dat is gunstig voor klassieke muziek. De vraag is alleen: zullen de nieuwe vijftigers net zo makkelijk de concertzaal binnenkomen als de babyboomers? Mijn gut feeling: nee. De nieuwe vijftigers zijn opgegroeid met een veel breder palet aan kwaliteitsmuziek en hebben andere smaakvoorkeuren ontwikkeld. Het is mijn opdracht om hén te bereiken.”
Met Birds of Paradise heeft Veenstra bewezen een jonger en diverser publiek te kunnen trekken dan bij klassieke concerten doorgaans het geval is. Zo ver als bij Birds of Paradise „kan en wil” hij bij de ZaterdagMatinee niet gaan, zegt Veenstra. Maar dat de concertserie onder zijn leiding diverser zal zijn – dat staat wel vast.
De NTR ZaterdagMatinee is iedere zaterdag vanaf 14u te beluisteren op NPO Klassiek. Inl.: npoklassiek.nl
Voor het eerst zijn de grote toneelprijzen genderneutraal toegekend. En nee, ze gingen niet collectief naar mannen. Hand in eigen boezem: ik voorspelde (stom, moet je nooit doen) dat er geen vrouw meer aan die prijzen te pas zou komen en ik zat er faliekant naast. Zo kreeg Maria Kraakman de acteer-hoofdprijs Theo d’Or voor de beste hoofdrol, voor haar inderdaad uitzinnig goeie spel waarmee ze het het stuk Prima Facie tackelde. (Het is nog te zien, ga er vooral naartoe). Kraakman was de enige niet, zonder de categorieën ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ is er m/v/x bekroond. Hoe komt dat? Is de jury geïndoctrineerd? Zijn de actrices beter geworden, zijn de acteurs gecanceld? Nee, hoor. Het theater is in beweging. Net als bijvoorbeeld de musea, is het bezig te ontdekken wat er te halen valt als je de man-georiënteerde tradities niet langer voor een natuurwet verslijt.
In de Dom in Utrecht wordt de Beeldenstorm van 444 jaar geleden herdacht met een tentoonstelling van nieuw werk van David Bade. Hem ken ik als een kunstenaar die altijd overal de waarde van ziet, van oude kranten tot het versleten kostuum van zijn vader, dus dat wil ik zien. Maar eerst even het echte werk, een roerend zandstenen paneeltje uit 1500, dat in 1580 een mikpunt van de Reformatie was. Ik associeer de Beeldenstorm met grofweg afgeslagen koppen, maar deze beeldenstormer pakte het vileiner aan. Die bikte alleen de gezichtjes af van Maria, Maria Magdalena, Sint Anna. Zonder gezicht ben je weg. Onherkenbaar is onkenbaar is het vergeetboek. Iets van vroeger, iets wat niet meer ter zake doet.
Regeringsprogramma
Vergelijk het met het regeringsprogramma, daar bikte het kabinet-Schoof de cultuur weg. Vreemd, hoe stilzwijgend dat wordt geïncasseerd. Waar is al dat publiek, waarom roert dat zich niet? Waarom wordt het protest overgelaten aan de kunstsector zelf? Nog even en kunst en cultuur zijn zomaar weggewuifd. Kunst, och ja, dat was toen…
Beeldenstormen dan maar, onder de slogan ‘Koe, och ja, dat was toen…’? Nee, terug-vernielen leidt tot meer scherven. David Bade liet zich niet provoceren door de Beeldenstorm, hij zocht inspiratie bij de bestormden. Hij wijdde schilderijen aan genderbenders, aan een gelovige die door een bezorg-engel wordt aangezien voor een lekker hapje voor God, aan talkshow-gasten. Met een sculptuur die zich in een kapel verschanst, roept hij de wolf op, zijn lijf bestaat uit een schrootjeshekje. Voetbalfans, „iconoclasten die elkaars symbolen vertrappen”, leidden tot een installatie over FC Utrecht.
Kroon op de expositie is de „sterke vrouw”. Bade schiep haar in samenspraak met Utrechtse studentes die zijn bestormd door bangalijsten. In een blauw business-pak deint ze onder de spitsbogen. Haar tegenhanger is de „slappe man”. Hem modelleerde Bade door overhemden body te geven met volle vuilniszakken. Toch nog een beeldenstorm. Fel, dat wel. Maar goedgemutst.